| 
			
			weerom met de Heer op de afgesproken plaats onder de bomen op
			de weg naar Betulië. Daarheen wilden zij zich begeven en
			daarheen waren ook Jezus’ moeder en de H. Vrouwen op weg.
			Betulië is de stad waarbij Holofernes die haar belegerde, door
			Judit gedood werd, ze ligt zuidelijk (van de plaats waar Jezus nu
			is) en ten oosten van Sefforis en op een berg18. Daar kan men
			zeer ver in het rond zien. Niet verre van daar ligt het kasteel dat
			Magdalena te Magdalum bewoont; zij leidde er toen een wellustig
			leven. In Betulië is een kasteel en in het gewest zijn vele
			bronnen. Ik meen dat de put van Jozef er niet ver van verwijderd
			ligt.
			Bij Magdalum komt mij te binnen, dat Lazarus ook bij Sikem, waar
			Jakob een veld had, een stuk grond bezat.
			Vóór Betulië zag ik Jezus met zijn leerlingen zijn intrek nemen in
			een herberg. Hier kwamen Maria en de H. Vrouwen weerom bij
			Hem. Hier hoorde ik Maria Jezus er om bidden dat Hij hier toch
			weeral niet prediken zou, omdat het vooruitzicht van een nieuwe
			opstand haar verschrikte. Jezus antwoordde dat Hij wist
			wat Hij te volbrengen had. Maria zegde Hem dan: “Zullen
			18 Betulië. – De ligging is absoluut onbekend, hoewel in deze eeuw een
			Palestinoloog gepoogd heeft aan te tonen dat het ergens op de sjeick Sjibel,
			aan de zuidkant van de Esdrelonvlakte, 8 km ten westen van Djenin te
			zoeken zou zijn. Niet minder dan een 15-tal plaatsen heeft men als Betulië
			willen voorstellen.
			Daarom zegt ook Jos. Keulers (-Smit) in zijn Bijbelse geschiedenis: “Over de
			ligging en strategische betekenis van Betulië is volstrekt geen zekerheid te
			krijgen.”
			Op onze kaarten hebben wij het aangetekend op het hoogste punt van de
			djebel Toeran; op ‘t ogenblik voelen wij de neiging het op de hoogte bij
			Nimrin te veronderstellen, omdat die ligging meer verband houdt met de
			baden van Betulië: daarom tekenden wij op grote kaart 2, na de naam
			Betulië aan: ‘wellicht’
			    met pijltje dat naar de meer oostelijk gelegen
			heuvel wijst.
			In elk geval: in die omgeving wijst de zienster Betulië aan. De Put van Jozef,
			die zij hier ook noemt, ligt – hetgeen uit andere gegevens duidelijk op te
			maken valt – een uur ten zuidzuidwesten van Nimrin (zie grote kaart 2).
			Fascikel 9
			66
			 |