552.
1 augustus = 8 Ab. –
Jezus is heden weer (uit de juist genoemde herberg) naar Sikar
gegaan en heeft de gehele dag in de stad op de
leerstoel, op pleinen en ook buiten de stad op
heuvelen geleerd; ’s avonds leerde Hij nog in dezelfde
herberg, waarin Hij gisteren zijn intrek had genomen; uit het
ganse gewest waren daar mensen tegenwoordig. Nu stroomde het
volk hier, dan daar te hoop en men hoorde roepen: “De Profeet
leert nu hier; nu leert Hij ginds.” Ook de jongeling van Samaria
was eens onder Jezus’ toehoorders, maar hij sprak niet met Hem.
Dina is overal vooraan en stapt met flinke schreden op Jezus toe;
zij is zeer opmerkzaam, diep ontroerd en ernstig; zij heeft
weerom met Hem gesproken; ze wil aanstonds scheiden van
haar onechte man. Deze, zowel als zij, is bereid geheel zijn bezit,
volgens de aanwijzingen van Jezus, voor de toekomstige
Gemeente en voor de armen te bestemmen; Jezus heeft haar
gezegd hoe zij dat kan doen. Zeer vele mensen waren
overtuigd en voor Jezus gewonnen; zij zeiden tot de vrouw: “Gij
hebt de waarheid gesproken, nu hebben wij Hemzelf gehoord; Hij
is de Messias, de Verlosser van de wereld.” (cfr. Joa. 4, 41).
Ten westen van de stad leert Jezus bij huizen die zich nogal ver in
het dal uitstrekken. Ook het bestaan van deze huizen is door
onderzoekingen bewezen.
Zo werden b.v. een km ten westen van Balata (Sikem), in de omgeving van
de bron Dafne en van de vroegere Turkse kazerne resten gevonden van
landhuizen en particuliere gebouwen uit het Romeinse tijdperk; van andere
huizen zijn wellicht ook de resten verdwenen.
Van hier ging Jezus nog verder westwaarts tot bij een andere herberg die wij
ons kunnen voorstellen ter plaats van het huidige Nabloes.
Fascikel 15
833
|