| Zij kwamen hier aan nadat de H. Vrouwen reeds weer vertrokken waren en Jezus met zijn leerlingen een kleine maaltijd had genomen. Hij vermaande hen en sprak hun moed in om te volharden op de ingeslagen weg. Hierop vertrokken zij om plaats te maken voor andere. Hier kwamen nog meerdere weduwen en andere mensen tot Hem, die Hem hun ellende, nood en twijfels klaagden; zij hadden veel te lijden van de Farizeeën, die hen verdrukten en zwaar belastten. Jezus troostte hen en ondersteunde hen met aalmoezen. Sluiting van de sabbat. – Tegenspraak der Farizeeën. 1390. Toen Jezus met de leerlingen uit de tuin ter synagoge ging om de sabbat te sluiten, hadden verscheidene zieken zich op hun draagbedden op zijn weg laten brengen; zij strekten nu hun handen naar Hem uit, baden Hem om hulp en Hij genas hen. Zo kwam Jezus bij de synagoge, waar ook enige zieken zich op hun bedden hadden laten aanbrengen. Onder dezen waren er – en onder hen vooral een man – die van de jicht opgezwollen waren, en aan wie Jezus tijdens zijn laatste verblijf alhier de genezing geweigerd had, omdat hun geloof nog niet zuiver genoeg was; zij moesten nog langer lijden, opdat zij met meer ootmoed en aandrang om hun genezing zouden bidden. Hogelijk verontwaardigd kwamen de Farizeeën toegeschoten, omdat Jezus juist diegenen genas, over wie zij het gerucht verspreid hadden, dat Hij hen niet kon genezen. Zij maakten nu ook weer veel lawaai over zijn ontwijding, zoals zij het noemden, van de sabbat door genezing. Maar Jezus zette zijn genezingswerk voort. Op zijn weg had Hij er 7 genezen. Fascikel 26 2716 |