| daarna had zij elke avond dit gebed met Elisabet gebeden; zij bracht hun ter kennis de stomheid van Zakarias en hoe God hem bij het uitspreken van de naam van Joannes de spraak had teruggegeven. Al deze wonderbare gebeurtenissen en geheimen, die hun tot nog toe onbekend gebleven waren, vertelde zij aan de H. Vrouwen in alle vertrouwelijkheid en onder tranen van godvruchtige herinnering en ook de H. Vrouwen waren op die heilige herinneringsplaatsen tot tranen toe bewogen, doch bij hen waren het meer tranen van troost dan bij Maria, die tevens weende om de dood van Joannes, waarvan de andere vrouwen nog geen vermoeden hadden. Ook de bron toonde zij hun, die op haar gebed nabij het huis ontsprongen was en zij dronken het water er van. ‘s Avonds zag ik een gezamenlijke maaltijd, waarbij Jezus onderricht gaf. De vrouwen zaten afgezonderd, doch zij konden alles horen. Wanneer alle overige vrouwen zich teruggetrokken hadden, ging Maria met Jezus, Petrus en Joannes en met de drie leerlingen van de Doper: Jakobus, Eliakim en Sadoch, die de zonen van haar oudste zuster Maria Heli waren, in de kamer waar Joannes geboren was. Hier lag een groot vreemdsoortig deken op de vloer open gerold en zij knielden en zaten er omheen. Maar Jezus stond rechtop en sprak hun over de heiligheid en de loopbaan van Joannes. De H. Maagd vertelde hun de omstandigheden, waaronder deze deken vervaardigd en geborduurd was: zij had die gemaakt tijdens haar verblijf bij Elisabet, samen met deze, voor de geboorte van Joannes (fasc. 4, nr. 93, midden), die er op ter wereld gebracht werd. Deze deken die Elisabet bij Joannes geboorte tot bed diende, was van geelachtige wol, die als gestikt en met vele bloemen versierd was. Aan de bovenrand waren spreuken uit de groet van Elisabet en uit het Magnificat met grote letters Fascikel 22 1933 |