| 
            
             besnijdenis reeds verloren. Jakob dacht er over in deze velden te 
            blijven wonen, doch door de schaking van Dina met de gevolgen 
            ervan werd zijn opzet verijdeld. Hij kende de kinderen van 
            Abraham die hier woonden en zond hun geschenken. 
            Dina was bij de bron te Salim gaan wandelen (in het Jordaandal) 
            en werd dan hier door de mensen in het gewest die de geschenken 
            gekregen hadden, uitgenodigd; zij had dienstmeiden bij zich (tot 
            haar beschikking) en ging (toch) alleen hier in het gewest 
            nieuwsgierig rond. Daar zag haar de Sikemiet en verleidde haar 
            in het veld of het woud; het was toen anders met zulke misdrijven; 
            de mensen waren vleselijker, zij boden weinig weerstand en lieten 
            zich gemakkelijk verleiden. Slechts de heilige huiswetten en de 
            geheimenis der stammen (en samenhorigheid) beteugelden hen; 
            zij waren voor het overige gelijk aan de kudden, waarmee zij 
            leefden. Dina, het zuivere schaapje leed, na zich roekeloos van de 
            kudde verwijderd te hebben, scha en schande. 
            785. 
            23 oktober. – 
            In de morgen had Jezus in Taänat-Silo nog geleerd 
            en genezingen gedaan. Men moet zich niet verwonderen 
            over dat groot getal zieken, want nauwelijks is zijn verblijf in een 
            stad bekend, of alle zieken uit het gehele gewest, uit alle hutten en 
            dorpen worden tot Hem gebracht (cfr. Mk. 6, 54-56). 
            In deze stad woonden Samaritanen en Joden, doch gescheiden, 
            maar de Joden vormden de meerderheid. Jezus onderrichtte 
            ook de Samaritanen, maar Hij stond op joodse grond en de 
            Samaritanen op de grens van hun stadsdeel aan het einde van een 
            straat; Hij genas ook Samaritanen. Overigens droegen de 
            Joden van hier hun zulk geen haat toe, daar zij het hier in het 
            algemeen niet zo nauw namen, ook niet met het onderhouden van 
            de sabbat. 
            Fascikel 18 
            1376 
             |