| En zo ging het onder het verward geschreeuw van zijn vijanden en het gepeupel bergopwaarts. En toch hield Jezus niet op met alle gerustheid voort te leren en tot hun onderricht en vermaning hun dwaze scheldwoorden met heilige spreuken en heilzame, diepzinnige uitlatingen te beantwoorden. Gedeeltelijk maakten deze hen nog meer beschaamd, gedeeltelijk stemden ze hen nog woedender. De synagoge lag geheel aan de westzijde van Nazareth; het werd reeds donker; zij hadden een paar fakkels bij zich en zij leidden Hem om de oostzijde van de synagoge en achter deze sloegen zij in een brede straat weer de westelijke richting in en kwamen buiten de stad. (Op de schets van het stadje toont een puntlijn de door Jezus  gevolgde weg, vanaf de synagoge tot het huis der Essenen).    Zij bestegen de berg en bereikten een hoge vlakte, die aan haar noordelijke voet moerassige grond had, en aan haar zuidkant een rotsuitsprong met een steile val of wand; en daar was het dat zij Hem nogmaals wilden aanhoren, een laatste maal om rekenschap Fascikel 15 920 |