| joodse steden. De vrouwen houden zich niet zo omzichtig van de mannen afgezonderd als de Jodinnen; ze spreken vrijpostiger met elkaar. Toen Jezus te Sikar kwam, werd Hij aanstonds door een grote menigte volk omringd; Hij bezocht hun synagoge niet, maar doorwandelde de stad en leerde hier en daar in de straten en vooral op de markt, waar een spreekgestoelte stond. Overal was de toeloop der mensen zeer groot; zij waren vol vreugd, omdat de Messias hen bezocht. Dina, hoewel zeer ontroerd en diep in zichzelf gekeerd, staat toch onder de vrouwen altijd het naast bij Jezus. Men heeft nu een soort verering voor haar, omdat zij Jezus het eerst ontmoet en herkend heeft; zij zond ook de man met wie zij leefde, tot Jezus en deze richtte enige vermanende woorden tot hem; de man stond geheel verslagen vóór Jezus, vol berouw en schaamte over zijn zonden. Jezus vertoefde niet lang in Sikar; Hij ging er langs de tegenovergestelde poort weer uit en leerde buiten de stad nog hier en daar bij huizen, die zich nog vrij ver (doch verspreid) in het dal uitstrekten (naar het huidige Nabloes toe). Een goede half uur van Sikar nam Hij zijn intrek in een herberg en beloofde de mensen dat Hij hen de volgende dag weer in Sikar zou komen onderrichten263. 263 Langs de tegenovergestelde poort weer uit. – In het inleidend woord in het begin van deze aflevering benadrukten wij reeds dat deze mededeling van K. door de opgravingen treffend bevestigd werd. Uit het zuiden komend en nabij Sikar met de weg meedraaiend, ging Hij zonder twijfel aan de oostkant de stad binnen. Aan de andere zijde ging Hij de stad weer uit. De opgravingen nu hebben een monumentale poort aan het licht gebracht in de noordwestsektor van de stadsmuur en een andere in de oostmuur. Fascikel 15 832 |