| 
 Hier op de fundamenten bij (rond) de leerplaats van de Doper, 
heeft het tentslot van Melchisedek gestaan. Ik meen dat hij hier 
reeds woonde, wanneer Abraham in het land kwam. 
Ja, ook de eerste aanleg van de doopvijver en van het kleine meer 
is van hem. 
In Jeruzalem had hij reeds menig fundament gelegd. 
Melchisedek behoort tot die koren van engelen, die met allerlei 
boodschappen tot de oudvaders kwamen, b.v. tot Abraham (cfr. 
Gen. 18); zij staan op gelijke voet als de aartsengelen Gabriël, 
Rafaël, Michaël, enz. (Melchisedek, engel, zie fasc. 10, nr. 269, 
voetnoot 78). 
*** 
De middelste doopplaats (= de 3e) ligt tussen Betabara en de 
uitmonding van het twee-armig riviertje dat van Dibon komt en in 
de Jordaan uitmondt; ze ligt ten hoogste een paar uren (6 km) 
stroomopwaarts van Betabara, tegenover het waterrijke hoogland 
Gilgal, zowat een kwartier van de Jordaan in een hoek van het dal. 
K. trachtte de ligging en andere bijzonderheden van deze doopplaats  
nog nader te bepalen, waaruit Brentano de volgende stelling  
afleidde, waarop wij wezen in de VOORREDE, nr. 11:   
“Naar aanleiding van deze verklaring doe ik opmerken dat de  
zienster in de waterlopen meestal geen inzicht had.  Het is  
waarschijnlijk dat het water in dit geval de tegenovergestelde  
richting volgde van die welke K. opgaf.” –   
Deze middelste of 3e vijver is eenvoudiger dan de 2 andere, maar 
in het dal staan zeer schone bomen. (Zonder twijfel werd hij ook 
veel minder gebruikt). 
Fascikel 14 
750 
 |