| 
 Zijn hier dus uitgevallen de visioenen vanaf 16 april tot 15 juni 1822 of het  
laatste derde van Nisan, geheel Ijjar en Siwan.    
Van heel deze tijdspanne hebben wij alleen het volgende VLUCHTIG  
OVERZICHT.   
***  
454. 
Eerste Week. – 
Jezus verbleef nog enige dagen te Betanië verborgen en ging dan 
naar Bahoerim209, een dorpje dat een uur ten noordoosten van 
209 Bahurim = Bahoerim = ruïne ez-Zambi. – We gaven reeds de betekenis 
van Bahurim (fasc. 13, nr. 440, voetnoot 202), waarbij wij de zienster in het 
gelijk stelden. 
Hoewel Van Kasteren in D.B., Bahurim, de voorkeur aan een andere 
interpretatie geeft, neemt hij aan dat de naam vertaald kan worden door 
‘jeunesse’, jeugd. Als verzamelnaam genomen is dit hetzelfde als jonge 
lieden. 
Dezelfde geleerde meent dat Bahurim, waarvan men de ligging niet kent, 
vereenzelvigd kan worden met een ruïne, een uur ten noordoosten van de 
Olijfberg en Betanië. 
De ruïne heet ez-Zambi en ligt op de zuidzijde van de heuvel ez-Zambi. 
Deze is de 3e van 6 heuvels, die een heuvelketen vormen lopend van 
zuidwest naar noordoost. 
Aan de noordkant van de heuvelketen loopt de oude weg naar Jericho, de 
weg die door David gevolgd werd, toen hij vluchtte voor Absalom en door 
Semeï beledigd werd. Even meer noordelijk en dieper loopt de wadi 
Rawabi. 
Alleen hier, meent de geleerde, vindt men de plaatsomstandigheden, die 
passen in het verhaal van Davids vlucht (II, Sam. 16, 5-13). 
Terwijl David de weg volgde, liep Semeï op de heuvelketen boven David en 
kon gemakkelijk stenen gooien. 
De oude weg is nu onbelangrijk geworden en dus schijnt die plaats eerder 
nu verborgen te liggen. 
Een fout, menen wij, die men ook aan Brentano toeschrijven kan, maar ook 
van K. afkomstig kan zijn. 
De bron der 12 apostelen is de bron Ensemes, een half uur meer 
oostwaarts. 
Fascikel 13 
619 
 |