| gescheiden van de wereld, totdat hij, als een tweede maal geboren, er uit te voorschijn kwam. Dan begon hij zijn wonderbaar werk, ernstig, geweldig, geestdriftig, onvermoeid en nergens om bekommerd. Nu is Judea voor hem de woestijn geworden, en, zoals hij voorheen in de woestijn met bronnen, rotsen, bomen en alle dieren verkeerde, met hen leefde en sprak, zo spreekt en doet hij nu ook met de mensen en zondaren, zonder aan zichzelven te denken. Hij ziet en kent en verkondigt slechts Jezus. Zijn boodschap luidt: “Hij komt, bereidt zijn wegen! doet boetvaardigheid! ontvangt de doop! ziet het Lam van God dat de zonden van de wereld op Zich neemt!!” In de woestijn rein en onschuldig als een kind in de moederschoot, is hij uit de woestijn getreden, rein en eenvoudig gelijk een kind aan de moederborst! “Hij is rein als een engel, hoorde ik de Heer tot de apostelen eens zeggen, nooit is iets onreins in zijn mond gekomen, noch een zonde of onwaarheid uit zijn mond.” (cfr. Mt. 15, 11). Joannes graaft een vijver. (mei, 1821) 263. Ik zag dat Joannes een openbaring had betreffende de doop en dat hij, ten gevolge daarvan, een doopvijver aanlegde. Dit geschiedde kort vóór zijn terugkeer uit de woestijn, reeds nader bij het bewoonde land. Eer Joannes deze vijver begon te graven, zag ik hem vóór zijn spelonk aan de westzijde van een steile rotswand. Aan zijn linkerhand vloeide een beek, waarschijnlijk een van de bronnen die de Jordaan doen ontstaan (zie fasc. 8, Palestina, punt C; waarschijnlijk zelfs de beek en bron Fascikel 10 175 |