background image
Markus was hierna veel bij Petrus, was met hem te Rome en heeft
in zijn Evangelie niets geschreven dan wat Petrus zelf hem gezegd
(of althans beaamd?) had. Vele gebeurtenissen had hijzelf
meegemaakt, maar bij het lijden van de Heer was hij niet
tegenwoordig geweest.
2296.
Ik zag te Rome een pest, waaraan talloze mensen al niezende
stierven en ik zag dat de christelijke Gemeenschap, vooral door
toedoen en bezieling van Markus, een kruisweg oprichtte, volgens
het model van de kruisweg, die Maria bij Efeze had aangelegd.
Het waren 12 stenen, op elk waarvan een gebeurtenis uit het lijden
van Christus geschreven stond. De christenen gingen onder het
bidden en zingen van litanieën van de ene steen tot de andere, en
allen die dit deden, bleven van de pest bevrijd.
Zodra de heidenen dit wonder vernamen, bekeerden zich
verscheidene onder hen; zij sloten zich bij deze
godsdienstoefening aan en bekwamen eveneens hun genezing. Ik
heb ook gezien dat deze bedeprocessies onder Gregorius de Grote
vernieuwd en uitgebreid werden80.
80 Wij lezen bij Guéranger, Lit. Tome 8, blz. 391: “Door Gregorius de Grote
werd de grote litanie gesteld op 25 april, feest van de H. Markus, en als
statio voor de plechtigheid de kerk van de H. Petrus aangewezen.”
***
Uit het leven van de H. Paus Gregorius de Grote citeren wij deze passage:
“Eerst werd Rome geteisterd door geweldige overstromingen.
Hierop volgde een verderfelijker gesel: de pest. Ze dompelde de stad in
rouw en ontvolkte de huizen; ze rukte ook paus Pelagius in haar
verdelgingsmacht mee. De geestelijkheid, de senaat en heel het volk
begeerden eenstemmig de diaken Gregorius tot Pelagius’ opvolger.
Alleen Gregorius zelf kwam in verzet tegen deze keus en smeekte keizer
Mauritius ze niet te aanvaarden. Germanus, broer van Gregorius en prefect
van Rome, onderschepte de smeekbrief van Gregorius aan de keizer en
schreef aan deze een andere brief in naam van de geestelijkheid, de senaat
en het volk om zijn goedkeuring te bekomen voor de keus van Gregorius.
Dit geschiedde dan ook.
Fascikel 36
251