background image
Hierna wikkelden zij het onderlijf boven al die specerijen in met
de lange baan doek die zij er eerst onder gelegd hadden. Zij
trokken het een uiteinde van de baan tussen de benen naar boven
en legden het ingeslagen op het bovenlijf, waar het in een
spannende lendendoek als in een gordel ingestoken werd. Na dit
dekken van de schaamdelenstreek zalfden zij al de wonden van de
lendenen, strooiden er specerijen over uit en plaatsten tussen de
benen tot aan de voeten bosjes kruiden. Vervolgens omwikkelden
zij de aldus met kruiden opgevulde benen van onderen naar boven
met banden of windsels.
1984.
Nu ging Joannes de H. Maagd en de andere vrouwen halen en
bracht ze bij het heilig lichaam. Maria knielde neer bij het hoofd
en legde een doek van fijn lijnwaad, die zij van Klaudia Prokla, de
vrouw van Pilatus had gekregen en tot nog toe onder haar mantel
om de hals had gedragen, onder Jezus’ hoofd. Geholpen door de
andere H. Vrouwen, vulde zij de ruimte tussen het hoofd en de
schouders, rondom de hals en tot aan Jezus’ wangen, met bosjes
kruiden, met dezelfde plantenvezels en poeder als de mannen
gebruikt hadden en Maria bond nu met de genoemde doek alles
om het hoofd en de schouders vast. Magdalena goot nog een
geheel flesje welriekende olie in de zijdewonde van Jezus, terwijl
de H. Vrouwen nog specerijen legden in Jezus’ handen en onder
zijn voeten. Dan vulden de mannen nog de holten der oksels met
specerijen, bedekten er ook de hartkuil mee en overal waar het
lichaam enige ruimte om zich liet, vulden zij deze ermee, kruisten
de verstijfde armen op de schoot en sloegen nu de grote witte
doek vast rondom het lichaam en rondom de kruiden tot aan de
borst, zoals men een doek om een kind legt. Nu staken zij onder
de gesloten oksel van de ene schouder of arm het een einde van
een breed windsel, en terwijl zij het heilig lichaam op hun handen
Het Oosten is zeer gesteld op mirre. De H. Driekoningen boden het Kindje
Jezus mirre aan; deze wees vooraf op de toekomstige begrafenis van Jezus;
nu gaat deze voorbeduiding in vervulling.
Fascikel 32
622