background image
Midden in deze vallei ten westen van westelijk Sion, ligt een grote waterbak,
wellicht de draken- of serpentenpiscien van Flavius Josephus; welnu, zo
wordt gezegd in Guides bleus, Israël, blz. 328: “Deze piscien noemt men te
Jeruzalem nu nog de piscien van Gihon, haar bij dwaling vereenzelvigend
met de bron Gihon uit het Oud Testament.”
Juist hetzelfde vinden wij bij de onderzoeker V. Guérin: “Het bovenste
gedeelte van de vallei Ben-Hinnom (dus, tot waar ze zich naar het oosten
wendt), is algemeen bekend onder de naam vallei van Gihon.” (Samarie, I,
16).
Dezelfde onderzoeker zegt nog in Terre Sainte dat te Jeruzalem, benevens
Gihon in de Kedronvallei, een ander Gihon bestaat op het plateau waarop
zich Birket Mamilla bevindt, 600 m ten noordwesten van de Jaffapoort.
Van dit plateau daalt de vallei af, die in haar eerste gedeelte eveneens
Gihon heet. Juist dit Birket en deze bovenvallei worden door K. Gihon
genoemd. Maar zij kent ook de Gihonbron in de Kedronvallei.
In nr. 1919 geeft K. ook de naam Gihon aan een berg en ze bedoelt de
hoogvlakte met Birket Mamilla en de helling die er naar opstijgt.
Dit alles om beschuldiging van onzin bij Jeruzalemkenners te voorkomen.
Fascikel 31
433