background image
zij het lichaam aan de voorkant: borst, buik, benen tot tegen de voeten.
Niet zelden viel de gekastijde, eer de geseling geëindigd was, bewusteloos
neer om spoedig de geest te geven, zoals blijkt uit dit kernachtig woord van
Cicero: pro mortuo sublatus est, brevi postea mortuus: “Voor dood
weggebracht, gaf hij kort daarop de geest.”
Op dezelfde manier spreken over de geseling: Titus Livius, Suetonius, Flav.
Josephus, enz.
***
In het algemeen komt alles wat de H. Maagd over het lijden van Jezus aan
de H. Brigitta meedeelde, treffend overeen met de visioenen van K.
Emmerick.
Als voorbeeld geven wij hier de beschrijving van de geseling:
“Jezus’ lichaam werd geheel verscheurd door de roeden, die van
puntige stekels voorzien waren, diep in het vlees drongen en lappen
vel en vlees meerukten.
De eerste slag die zij Jezus toebrachten, wierp mij ten gronde in bezwijming.
Toen ik weer bijkwam, zag ik zijn lichaam zo verscheurd en opengereten,
dat de ribben zichtbaar waren. Het zien hoe elke slag een stuk van zijn
lichaam rukte, veroorzaakte mij ontzettende smart.
Daar mijn Zoon met bloed bedekt en met wonden als doorploegd en
nergens een gezonde plek nog te zien was, riep een man uit het volk,
door medelijden aangedreven, uit: “Wilt gij dan een mens die niet
veroordeeld is, geheel doden?” en meteen sneed hij de banden door,
waarmee mijn Zoon aan de kolom vastgebonden was.
Jezus viel in de plas van zijn bloed op de grond en zocht zijn klederen
te bemachtigen. Terwijl Hij weggeleid werd, liet Hij bij elke stap een
bloedig voetspoor na, waarlangs ik Hem gemakkelijk kon volgen.
Waar Hij voorbijgekomen was, stonden zijn voeten bloedig in de grond
gedrukt. De beulen gunden Hem zelfs de tijd niet om zijn klederen
weer aan te doen, maar sleurden en stampten Hem vooruit en
snauwden Hem toe zich te haasten. Terwijl men Hem aldus als een
booswicht vooruitdreef, wreef Hij het bloed uit zijn ogen …” (Openb. II,
70; Dubois, 253-254).
***
Het feit dat een man uit de menigte toeschoot, de koorden doorsneed en zo
een einde aan de geseling maakte, wordt ook door Tertullianus vermeld.
Jezus viel er bij te gronde als een levenloze romp en werd door de
beulen heen en weer geschopt.
Hoe kwam die kerkvader aan deze bijzonderheid?
Fascikel 30
337