background image
6. Hij houdt gericht onder de heidenen, hoopt lijken op, verplettert hoofden op het wijde veld.
7. Hij drinkt onderweg uit de beek; daarom heft hij het hoofd op.
Uit: NBG-vertaling 1951
***
Ik zag dat Abraham, na het brood en de wijn genuttigd te hebben,
profeteerde en ongeveer sprak als volgt: “Hiermee houdt op wat
Mozes aan de levieten geeft.” (eindigt het door Mozes ingestelde
priesterschap en levietenschap). Het was me duidelijk dat Mozes
en de levieten hier profetisch bedoeld waren.
Of Abraham zelf dit offer ooit heeft opgedragen weet ik nu niet.
Ik zag dat hij voortaan de tienden gaf van zijn vee en van zijn
schatten; ik weet niet wat Melchisedek daarmee aanving; ik meen
dat hij alles verder op zijn beurt heeft uitgedeeld.
Melchisedek scheen niet oud te zijn; hij was slank, struis,
buitengewoon ernstig en niettemin zachtaardig; hij droeg een
lang, wit kleed, witter dan ik ooit een aards kleed heb gezien;
daarnaast scheen het witte kleed van Abraham dof en donker.
Melchisedeks kleed scheen als lichtend.
Bij het offeren legde hij een gordel om met lettertekens en zette
hij een witte, vouwende muts op het hoofd, zoals later de priesters
die in zijn tijd nog niet bestonden. Zijn haar was helderblond,
gelijk helglanzende lange zijde en hij droeg het lang; zijn baard
was kort, puntig gespleten en wit en zijn aangezicht glansde.
Allen waren met eerbied voor hem vervuld; zijn aanwezigheid
bracht rust en ernst in de gemoederen. Er werd mij gezegd dat hij
een priesterlijke Engel en bode was van God. Hij was gezonden
om allerlei heilige inrichtingen te beginnen en te regelen; hij
leidde volkeren, verplaatste volksstammen en legde grondvesten,
die het begin zouden worden van steden. Reeds lang vóór
Abraham heb ik hem hier en daar voorbereidingen zien maken;
later zag ik hem niet meer. (cfr. nr. 1754, midden).
Fascikel 29
74