background image
Jezus zelf ging met de 3 zwijgzame leerlingen eveneens in het
veld rond om te helen. Ik heb Hem verscheidene
bloedverliezende vrouwen, bleke en maanzuchtige
meisjes en kreupelen zien genezen. Vooral was ik
getuige van een heel bijzondere duiveluitdrijving uit
een jonge man. De omstandigheden ervan weet ik nog zeer
goed.
De ouders van deze bezeten jongeling liepen de Heer op de weg
tegemoet, toen Hij in een verspreid gelegen dorp kwam.
Aanstonds volgde Hij hen naar het voorhof van hun huis849, waar
hun bezeten zoon zich bevond. Bij het naderen van de Heer werd
hij als razend; hij sprong heen en weer en liep de muren op
(naar de terrassen langs trappen die steeds aan de buitenkant der
huizen waren, als om de Heer te ontvluchten, of is het loutere
beeldspraak?) De mensen wilden zich van hem meester maken,
maar slaagden er niet in, want hij werd hoe langer hoe razender,
verweerde zich en rukte zijn gevangennemers zelf heen en weer.
Toen beval de Heer alle aanwezigen uit het voorhof
weg te gaan en Hem met de bezetene alleen te laten
en allen gingen het voorhof uit.
Nu Jezus met de bezetene alleen was, riep Hij hem tot
zich, maar hij gehoorzaamde niet en stak zijn tong met een
afgrijselijk vertrokken aangezicht naar Jezus uit.
849 Van de herberg bij Boeqeia Dan verspreiden zich Jezus en de apostelen
en leerlingen oostwaarts in de vlakte.
Deze helt naar het oosten afwaarts, en van daar haar naam el-Merdj, naam
die me steeds aan ‘meers’, d.i. ‘laag weiland’ doet denken.
Uit oostelijke richting bereikte Jezus daarna Betanië.
Het dorp kunnen wij veronderstellen een uur of zowat ten noordoosten van
Betanië, naar Bahurim toe, indien het althans Bahurim zelf niet is (cfr. fasc.
13, nr. 454, voetnoot 209).
Fascikel 28
3168