background image
Ik zag hen met de bruine spade, waarmee zij arbeidden, dagelijks
een deel van het brood afsnijden; zij aten ook vogelen, die in
benden tot hen gevlogen kwamen.
Zij hadden feest- en vierdagen en kenden de sterren; zij vierden
de achtste dag met offer en gebed en enige dagen bij de
jaarwisseling.
Ik zag hen ook in het nog zeer ongebaande land verscheidene
wegen banen naar de plaatsen, waar zij de stenen gegrondvest, de
bronnen gegraven en de planten gezaaid hadden, zodat de latere
inwijkelingen, die deze wegen volgden, van zelf bij de bronnen,
op de vruchtbaar en bewoonbaar gemaakte plaatsen kwamen en
zich daar vestigden.
1002.
Ik zag hen bij hun arbeid dikwijls door scharen van boze geesten
omringd; zij konden ze waarnemen en ik zag hoe zij ze door
gebed en bevel naar moerassige, wilde plaatsen verbanden, en hoe
die geesten weken en hoe die mannen hun ontginningen rustig
voortzetten en alles ruimden en reinigden.
Naar Kana, Megiddo en Naïm baanden zij wegen; ook bereidden
zij op die manier het ontstaan voor van de geboortesteden van de
meeste profeten.
Van Abel-Mehola en Dotaïm legden zij de grondvesting en
maakten de mooie badvijver van Betulië.
Melchisedek trok toen nog als een vreemde alleen door het land
en men wist niet waar hij zich ophield. Deze mensen waren oud,
maar nog zeer levenskrachtig. Aan de latere Dode Zee en in
Judea bestonden al steden, ook enige bovenin (in het noorden
van) het land maar nog gene in het midden.
Deze mannen hebben zelf hun graf gemaakt en er zich in
neergelegd;
-
de ene bij Hebron,
-
een andere hier aan de Tabor,
Fascikel 21
1867