background image
Maar de H. Maagd overtreft ze alle door haar wonderbare
schoonheid. Hoewel haar gestalte haar weerga heeft in
schoonheid, en door de opvallende uitwendige schitterende
verschijning van Magdalena zelfs overtroffen wordt, toch
munt zij boven alle andere uit door haar onbeschrijfelijke
zedigheid, eenvoud, openhartigheid, ernst, zachtmoedigheid,
rust en vreedzaamheid. Zij is zo rein, zo volmaakt in heel
haar zijn, zo vrij van het minste verkeerd en onedel gevoel,
dat men in haar slechts het evenbeeld van God in de mens
ziet. Niemands uiterlijk gelijkt op het hare, tenzij dat van
haar Zoon. Haar aangezicht overtreft dat van alle vrouwen
rondom haar en van al wie ik ooit zag, in onuitsprekelijke
reinheid, onschuld, ernst, wijsheid, vrede en zoete, innemende
beminnelijkheid. Zij ziet er hoogverheven en bovenaards uit
en toch is zij als een onschuldig, argeloos kind.
Zij is zeer ernstig, zeer stil, dikwijls treurig, maar nooit bars,
of neerslachtig, noch ongeduldig of slecht gehumeurd; haar
tranen vloeien zeer zacht over haar kalm gelaat.
Fascikel 19
1527