background image
688.
Ramot ligt op een bergterras of bergrug op een heuvel; achter
deze heuvel, in een klein dal, vóór een steile rotswand, ligt de
heidense wijk met een tempel. Hun huizen kan men steeds aan de
beelden herkennen, die op de daken staan. Op het tempeldak
stond een beeldengroep; de middelste figuur was een gekroond
beeld, dat een bekken in de hand hield en zelf in een bekken of
boven een fontein stond. Verscheidene beelden van kinderen
rondom deze hoofdfiguur schepten en goten elkander het water
toe, dat eindelijk in het bekken van de middelfiguur vloeide.
Alle steden hier in het rond zijn prachtiger, zindelijker en
smaakvoller gebouwd dan de oude joodse steden; ze zijn
stervormig gebouwd: alle straten lopen als stralen naar een
middelpunt, en de hoeken zijn rond of afgerond; de stadsmuren
volgen dezelfde zigzagloop. Deze stad was eertijds een vrijstad
voor misdadigers (Deut. 4, 43; Jos. 20, 8). Er staat nog een groot
afgelegen gebouw, waarin zij moesten verblijven, maar nu (bij
Jezus’ tijd) is het vervallen en schijnt buiten gebruik gesteld te
zijn. Te Ramot maakt en weeft men deksels, gedeeltelijk voor de
handel, gedeeltelijk voor de tempel; men borduurt er allerlei
bloemen en dieren in. Ik zag vele vrouwen en jonge dochters in
lange tenten daaraan werken; de mensen zijn hier nog zeer
oudvaderlijk gekleed en zeer net; hun klederen zijn van fijne wol,
doch ik meen er ook gezien te hebben, die van zijde waren.
Jeftias’ offerdood in een toneelspel herdacht.
689.
11 september. –
Jezus woonde heden een groot feest bij, dat gehouden werd ter
gedachtenis van de offerdood van Jefte’s dochter. Hij trok met
zijn leerlingen en de levieten naar een mooie plaats aan de
oostzijde buiten de stad. Daar was onder de blote hemel alles
Fascikel 17
1144