| wij niet liever naar de doop van Joannes gaan?”, maar Jezus antwoordde haar met ernst: “Waarom zouden wij nu naar de doop van Joannes gaan? Hebben wij dit nodig? Ik zal nog rondreizen en verzamelen en zal het zeggen, wanneer het nodig is naar de doop te gaan.” Maria zweeg gelijk te Kana. Ik heb de H. Vrouwen evenwel pas na Pinksteren in de vijver Bethesda gedoopt zien worden. De H. Vrouwen traden in Betulië, waar Jezus hedenavond in de synagoge de sabbatoefening leidde. 25 augustus, Sabbat. – Ik zag Jezus hier een goede ontvangst te beurt vallen; ik zag Hem in de synagoge een leerrede houden. Uit de omstreken waren vele mensen komen luisteren. Ook hier zag ik op de weg vóór de stad zeer vele krankzinnigen en bezetenen, die hier en daar op de straat, waar Jezus voorbijging, van hun aanvallen bevrijd en rustig werden. Ik hoorde de mensen hier en daar zeggen: “Die man moet een wonderbare kracht bezitten, zo groot als die der oude profeten, aangezien die ongelukkigen bij zijn verschijning aanstonds rustig worden.” Want die mensen voelden dat HIJ hen geholpen en genezen had, hoewel Hij niets aan hen gedaan had en zij kwamen Hem in de herberg bedanken. Hij onderrichtte en vermaande hen tot de doop van Joannes. Ook was zijn prediking nu zeer streng, geheel in de trant van Joannes. 26 augustus. – Ik zag de inwoners van Betulië Jezus en de zijnen veel hoogachting betonen: zij wilden Hem niet (in de herberg) vóór de stad laten blijven en vele aanzienlijken betwistten elkander de eer Hem in hun huis te hebben. En zij, die Jezus zelf niet konden Fascikel 9 67 |