| 
            
             - In de grootste waren de Farizeeën; zij morden verbitterd tegen 
            Jezus; de vrouwen waren bij deze lering aanwezig. 
            - In de kleine synagoge was geen aparte plaats voor de vrouwen. 
            (Hier waren wellicht Essenen). 
            Één van de drie leerlingen die in deze tijd Jezus vergezelden op 
            zijn rondreis, was de zoon van ene der drie weduwen; hij heette 
            Eustachius; het was een Esseen. Ik zie zojuist hoe hij uit een 
            spelonk van de Karmel tot Jezus komt; het doel van dit tafereel is 
            mij te doen verstaan wie hij is. 
            217. 
            23 augustus. – 
            Ik zag Jezus te Sefforis in de school van de Sadduceeën het woord 
            voeren en ik was er getuige van een wonderbaar schouwspel. Er 
            waren te Sefforis zeer vele mensen die onder de invloed van de 
            duivel waren: verdwaasden, waanzinnigen, gehandicapten in de 
            geest en bezetenen; zij kregen in een school naast de synagoge 
            onderricht, en wanneer in de synagoge homilieën en gebeden voor 
            normale, geestesgezonde mensen gehouden werden, moesten ook 
            zij er bij aanwezig zijn; zij stonden achter de overigen in hun 
            eigen ruimte en moesten naar de uiteenzetting luisteren. Tussen 
            hen stonden tuchtmeesters met geselroeden; elke tuchtmeester had 
            er min of meer onder zijn bewaking, naar gelang zij min of meer 
            onhandelbaar waren. Eer Jezus in de school kwam, zag ik die 
            mensen onder de lering van de Sadduceeën lelijke gezichten 
            trekken en stuiptrekkingen krijgen. Ook zag ik dat de 
            tuchtmeesters hun dan geselslagen toedienden tot zij weer rustig 
            waren. 
            Met Jezus’ aankomst werden zij in het begin zeer rustig, doch 
            spoedig daarop begon hier en daar een te roepen: “Dat is Jezus 
            van Nazareth, te Bethlehem geboren, door Wijzen uit het oosten 
            bezocht, bij Maraha is zijn moeder, en meer andere trekken uit 
            zijn leven.” Aldus roepend verhaalden die krankzinnige mensen 
            het gehele leven van Jezus, alles opnoemend wat Hem tot dan toe 
            Fascikel 9 
            64 
             |