| een stemming van gebed en devotie. Elke lezing kan een godsvruchtoefening worden, dan trekt men er dubbele winst en voordeel uit. Zo kan men een langduriger lezing beginnen en ook eindigen met gebed, ja, ook wel onderbreken met een rustpoos en een schietgebed. De lezing zelf leent zich daartoe. Wij moeten het leven van Jezus meebeleven, ons onder de toeschouwers en ooggetuigen mengen, ons met dezen verheugen over Jezus’ triomf, ons met hen bedroeven over de tegenkanting en verblinding van zijn tegenstrevers, plaats nemen onder de zieken en met hen onze genezing en die van anderen vragen, want wie lijdt niet aan de een of andere zieleziekte of zelfs verschillende? Met de tijdgenoten moeten wij het stof der wegen van Jezus’ voeten wassen, met Magdalena en andere minnende zielen balsem storten over zijn hoofd en voeten en ze met tranen besproeien. Wij laten enkele gebedjes als voorbeeld volgen. *** Begingebed: Gedoog, Heer, dat ik U volge op Uw wegen; ik wil horen wat Gij leert, zien en aanbidden wat Gij doet. Wel ben ik niet waardig te zien of te horen wat heiligen en profeten begeerd hebben te zien en niet hebben gezien, te horen en niet hebben gehoord, doch houd met deze onwaardigheid geen rekening, maar eerder met mijn verlangen om door de aanschouwing van uw leven, en nu door dit zien en horen in deze lezing, U beter te kennen, meer te beminnen en trouwer te dienen. Na de lezing: Laat door deze lezing in mij vermeerderd zijn, o Jezus, mijn geloof in uw Godheid en zending, mijn hoop op uw goedheid, mijn liefde voor uw beminnelijkheid. Maak mij naar uw voorbeeld, dagelijks meer ijverig voor het heil van de zielen en meer bezorgd om U door al mijn werken te verheerlijken en bij te dragen tot de zaligheid van mijn medemensen. Fascikel 9 13 |