background image
wetenschappelijk te bewijzen, maar voor ons voldoende zeker is. Wij
wijzen zulke steden aan met een vol punt in een ringpunt.
Nog andere zijn op haar aanwijzing slechts bij benadering te situeren en
wij wijzen ze aan met een ringpunt om te zeggen:
hier of in deze omgeving.
4.
Het voornaamste middel in het verleden om oude plaatsen terug te
vinden, is geweest de bewaarde oude naam, hoewel in enige gevallen
die naam op een naburige plaats overging, b.v. Jericho. In enkele
gevallen werd de plaats ook door de traditie bewaard, in weerwil van de
veranderde naam, b.v. Gat Hefer, thans el Mesjed. Op deze twee
middelen steunden de grondleggers van de Palestijnse topografie:
Eusebius en de H. Hiëronymus.
In de meeste gevallen heeft de oude naam een lichte wijziging
ondergaan; wij willen enkele voorbeelden geven van zulke
veranderingen.
De beginlettergrepen JE en BET van Hebreeuwse namen zijn
meestal weggevallen.
Jericho, Betaramfta werden er Riha en er Remté.
De eindlettergrepen AT, OT, ON, AN vielen weg
of veranderden in A; zo kreeg de oude tweevouds en
meervoudsvorm de enkelvoudsvorm.
Atarot werd Atara,
Bet Horon = Beit Oer.
De drie gevallen komen samen voor in BET JE simOT =
Soeëimeh.
Het Hebreeuwse BET veranderde vaak in het Arabische Beit:
Bethlehem = Beit Lahm;
Bet Horon = Beit Oer.
De Hebreeuwse Ghimel verandert steeds in de Arabische djim:
dj. Gofna = djifneh; de verandering van medeklinkers is van geen
belang.
Fascikel 9
6