background image
Ik zag Hem daar in een grote leerstoel zitten, die Hij op verre na
niet vulde. Hij was door een menigte oude, priesterlijk geklede
Joden omgeven; zij spitsten hun aandacht en schenen zo
verbitterd, dat ik vreesde dat zij de hand aan Hem gingen slaan.
Aan de stoel waarop Hij zat, bemerkte ik van boven bruine
koppen als van honden; ze waren groenbruin en glansden op de
hoogste plaatsen geelachtig. Zulke koppen en figuren waren er
ook aan meerdere lange tafels of aanrechtbanken, die in deze
plaatsen van de priesters mochten komen, zodat dezen zelf, bij de
vernieuwing van de tempel, en geen ambachtslieden, de tempel
herbouwden.
De Talmud zelf met zijn eindeloze menselijke voorschriften, die hij aan de
Wet toevoegde, is al even min naar de letter te nemen. “Zijn voorschriften”,
zegt F. Prat, “waren er verre van af, algemeen onderhouden te worden.”
(Jésus Christ I, 189).
Is een raadzaal of school van de Wet aanneembaar in de tempelvestibule?
Hiervoor pleit enigszins een gebruik van de mohammedanen, die veel van
de Joden overnamen.
In het zuidelijk portaal van de moskee van Omar, die de plaats van de
tempel inneemt, houden de leraars van de Islam hun raadsvergaderingen en
onderrichtingen over hun Wet of Koran; daar beschikken zij ook aan
weerszijden van dat portaal in het poortgebouw over een bibliotheek voor de
studie van de Koran (Guide, 207-208).
Ja, uit Flavius Josephus schijnt het bestaan van een leerzaal, die een keer
als rechtszaal dienst deed, in de vestibule te bewijzen. Immers daar laat hij
vergaderen de 70 leden van een raad die uitspraak moesten doen in de
zaak van Zakarias, zoon van Barachias (zie wat hierover reeds gezegd is in
dit fasc. 7, nr. 189, voetnoot 403). Daar verklaren die 70 rechters Zakarias
onschuldig, maar onmiddellijk werpen zijn fanatieke vijanden hem buiten en
doden hem tussen de tempel (vestibule) en het altaar (B. J. II, 32; 54).
Waar K. de synagoge van Gilgal beschrijft, die een navolging van de tempel
was, vermeldt zij in de voorzaal een leergestoelte, in navolging van de grote
leerstoel in de vestibule van de tempel, waar wij Jezus nu zien leraren.
Op grond van dit alles achten wij ons gerechtigd de mededelingen van K.
hierover aan te nemen.
Fascikel 7
842