background image
te vormen397. Nu, d.i. ten tijde van de H. Familie, was dit vroeger
aaneen gebouwd geheel door tussenruimten onderbroken.
Zij keerden nu van Troja in noordelijke richting stroomafwaarts
terug en bereikten Babylon, dat slecht en grof gebouwd en vol
slijk was. Zij trokken voort terug in de richting waaruit zij
gekomen waren en om Babylon heen gaande, trokken zij tussen
deze stad en de Nijl; zij reisden stroomafwaarts en betraden een
steenweg, dezelfde die ook Jezus later (doch op een meer
noordelijk punt) betreden heeft, toen Hij, na de opwekking van
Lazarus, langs Arabië om, naar Egypte reisde en daarna bij de
bron van Jakob in de buurt van Sikar met zijn leerlingen weer
samenkwam.
De H. Familie ging nog ongeveer 2 uren stroomafwaarts; de hele
weg was hier en daar met verwoeste bouwwerken afgezet; zij
moesten ook nog een kleine vertakking van de stroom – zo het
geen kanaal was – oversteken en zij bereikten nu een plaats
waarvan ik de toenmalige naam vergeten ben (waarschijnlijk Pi-
ra), maar die later de naam Matarea kreeg. Het dorp lag dicht bij
Heliopolis398.
397 Alles scheen één stad uit te maken. – De zienster spreekt op dezelfde
manier van andere plaatsen, zoals Hebron en Joetta, Adama en Seleucia,
van Hannaton, Neah en Betanat. Zonder twijfel is haar uitdrukking ruim te
verstaan.
Anderzijds beweren meerdere geleerden, zonder twijfel op grond van
overblijfselen, dat Memfis een buitengewone uitgestrektheid gehad zou
hebben, wellicht van 25 km bij 5 km; het was ook een stad van
buitengewone pracht, te oordelen naar opgegraven reusachtige beelden
(cfr. Waar Jezus leefde, door J. Keulers, 49-50).
398 Heliopolis en Matarea. – In nr. 181, einde voetnoot 387, is al gezegd dat
Heliopolis, althans de kern van de stad of hoogstad op een hoogte lag;
ze strekte zich er verder omheen uit.
Matarea dat er in Jezus’ tijd 7 minuten van verwijderd lag, was aanvankelijk
een voorwijk ervan. Door de stad vloeide de pelusiaanse Nijlarm, waarover
bruggen geslagen waren.
Fascikel 7
789