background image
In de sterren hadden zij het beeld gezien van een maagd, met vóór
haar een kind. Uit de rechterzijde van dit kind kwam een tak
gegroeid, die op zijn boveneinde een toren met meerdere poorten
kreeg. Deze toren (of kerk) had zich ontwikkeld tot een grote stad
en vervolgens was het Kind met kroon, zwaard en scepter als een
koning boven deze stad verschenen. Nu hadden zij zichzelf en
alle koningen der hele wereld tot dit koningskind zien komen en
het neergebogen zien aanbidden, want het was de koning van een
rijk dat alle andere rijken zou overwinnen332.
332 Reeds werd de verschijning aan de koningen van de Maagd met het Kind
op het uur van Jezus’ geboorte driemaal vermeld, nl. in fasc. 5, nrs. 122, 130
en 138. Wij mogen de lezer de diepe betekenis ervan niet onthouden.
Wij benuttigen de uitleg van Kaplan Fahsel.
Dit visioen belichaamt het dogma van Christus als Verlosser, als oorsprong,
stichter en hoofd van de Kerk.
-
De lichttwijg die uit de zijde van het Kind opschiet, wijst op de
sacramenten die in de gedaante van water en bloed uit de rechterzijde
van de gestorven Heiland vloeiden.
-
De toren op het uiteinde van de lichttwijg verbeeldt de Kerk die uit
Christus geboren is, gelijk Eva uit de zijde van Adam, en die door de
sacramenten gefundeerd, opgebouwd, gevoed en geheiligd wordt.
Inderdaad, ‘door de sacramenten die uit de doorboorde zijde van
Christus vloeiden, is de Kerk voortgebracht.’ (H. Thomas, III, q. 64, a. 21,
q. 92, a.3).
Het concilie van Vienne heeft bepaald: “Wij belijden en geloven dat het
Woord Gods niet alleen aan het kruis genageld is willen worden en eraan
heeft willen sterven, maar dat Hij ook zijn lichaam met een lans liet
doorboren, om uit het water en bloed, die eruit vloeiden, zijn éne en
heilige Kerk te vormen.” (Concilie, gehouden in 1311-1312).
Verder wordt de Kerk in die verschijning met een toren vergeleken,
omdat zij de mensen een veilige havenplaats biedt, hen voor alle
afdwaling inzake godsdienst, geloofsleer, moraal en wereldbeschouwing
vrijwaart en hen uiteindelijk tot de eeuwige zaligheid brengt.
Die toren heeft vele poorten, omdat de Kerk van Christus voor alle
goedwillige mensen uit alle tijden en volken openstaat om hen op te
nemen, zoals de profeet Jesaja voorspelde: “Uw poorten zullen altijd
openstaan.” (Jes. 60, 11).
Fascikel 6
630