background image
De bewoners waren nog wel erg onbeschaafd, want het scheen
mij dat zij hoofdzakelijk leefden van vlees en wel van rauw
vogelenvlees en gedeeltelijk ook wel van roof. Zij waren bijna
koperkleurig en hun haar was rosachtig-geel als van vossen; zij
waren klein, ineengedrongen, tamelijk dik, maar niettemin zeer
levendig, handig en vlijtig; zij hadden, naar ik zag, geen
huisdieren noch kudden293.
293 Koperkleurig, gedrongen, gezet, kwik. – In Elam woonden oudtijds 3
mensenrassen. Nu nog blijven er verbasterde nakomelingen over.
Uit de Assyrische reliëfs blijkt dat een soort negertype overheerste (zie
tekening hierna). De personen van dit ras zijn ineengedrongen, dik, robust,
gezet in hun kleine gestalte, bronskleurig van huid en zwart van haar en oog,
(c’étaient des hommes trapus, robustes, bien pris dans leur petite taille, avec
peau brune, oeil et cheveux noirs) (D.B. Elam, c. 1633).
***
Hun afgodsbeelden. – De oude volken vereerden een afgod bij voorkeur
onder één of meer hoge bomen, waaraan zij dan de naam van heilig bos
gaven. Vaak stond hij op een hoogte of heuvel die men dan ‘hoogplaats’
noemde.
Fascikel 5
551