background image
De bruiloft van Maria en Jozef. – Hun
bruiloftsklederen.
(Verhaald op maandag, 24 september 1821)
80.
Inleidende bemerking.  
In haar doorlopende visioenen op Jezus’ openbaar leven, dat zij dag aan 
dag beschouwde, zag K. op maandag, 24 september 1821, Jezus te 
Gofna, waar Hij leraarde in de synagoge; Hij was op weg naar zijn doop.   
Daarna zag zij Hem in het huis van de synagoge‐overste; die een verwant 
van Joakim was, zijn intrek nemen (cfr. nr. 61, einde).   
Daar hoorde de zienster de twee dochters van zijn gastheer, die reeds 
weduwen waren, zich met mekaar onderhouden over Maria’s bruiloft 
die zij in hun jeugd met nog andere verwanten bijgewoond hadden.   
Gedurende hun gesprek kreeg zij in een bijvisioen die bruiloft te zien, 
ook de bruidsklederen van Maria.  Hier zij tussenin gezegd dat zij 
gewoonlijk de geschiedenissen die Jezus vertelde of waarover Hij leerde, 
in bijvisioenen zag gebeuren.   
Hun bruiloftsklederen beschrijft zij als volgt.  
Terwijl de beide weduwen zich met elkaar over de bruiloft van
Maria en Jozef onderhielden, kreeg ik in een visioen die bruiloft
te zien, doch vooral de prachtige bruiloftsklederen van de H.
Maagd. Die goede vrouwen geraakten er niet over uitgesproken,
ik zal alles vertellen wat ik mij er nog van herinner.
De bruiloft van Maria en Jozef, die 7 of 8 dagen duurde (zie fasc.
12, nr. 377) werd te Jeruzalem op de berg Sion gehouden in een
huis dat dikwijls voor zulke feestgelegenheden verhuurd werd.
Benevens Maria’s leermeesteressen en medescholiersters uit de
tempel, waren daar nog vele verwanten van Anna en Joakim en
bij name een familie uit Gofna, waartoe twee dochters behoorden
(Gofna, nu Djifneh, 20 km ten noorden van Jeruzalem).
Fascikel 3
322